Alzheimer

1. Je kunt je eigen paaseieren verstoppen.
2. Je leeft van dag naar dag.
3. Je ontmoet elke dag nieuwe mensen.
4. Je woont elke dag in een nieuw huis.
5. Je weet niet dat je ernstig ziek bent.
6. Je kunt een brief naar jezelf verzenden en daar de volgende dag heel blij over zijn.
7. Je hebt nooit te veel gedronken.
8. Je krijgt er een pot pilletjes voor, waar op staat: "1 maal daags 1 tablet", en deze pot is dezelfde dag nog op.
9. Je hebt elke dag een nieuwe vrouw.
10. Je hebt elke dag seks met een ander.
11. Je laat een scheet en vraagt aan je buurman: "Wie stinkt hier zo?"
12. Als je iemand de huid volscheldt, zeg je de volgende dag weer vriendelijk goeiendag tegen hem en vraag je je af waarom die persoon zo akelig tegen jou doet.
13. Elke nieuwe technische ontwikkeling is en blijft nieuw voor je.
14. Je kunt verstoppertje spelen met jezelf.
15. Je kunt elke keer opnieuw 'je eerste keer' meemaken.
16. Je kunt jezelf een email sturen en een uurtje later afvragen wie jou toch een email gestuurd heeft.
17. Je kunt je eigen cadeautjes kopen en je af vragen van wie je ze gekregen hebt.
18. Je hebt telkens weer het orgasme van je leven.
19. Je kunt elke dag vreemd gaan zonder je schuldig te voelen.
20. Je vraagt je elke dag af wie nou die vent in de spiegel is.
21. Bij het poepen blijf je vegen, omdat je telkens denkt dat je nog niet geveegd hebt.
22. Je weet aan het eind van de regel niet meer welk nummer ervoor staat.
23. Je maakt elke dag nieuwe vrienden.
24. Het wordt je niet kwalijk genomen wanneer je weer eens een keer iemands verjaardag vergeten bent.
25. Je vergeet dat voor veel dingen moet betalen.
26. Je vergeet alle slechte herinneringen (jammer genoeg ook de goede).
27. In de zomer kun je genieten van de herhalingen op tv.
28. En het begint allemaal met het vergeten van de voornaam van Alzheimer!
29.    Verzenden!