Heb je aan de hond gedacht?

Moeder: "Heb je aan de hond gedacht?"
Willem: "Ja."
Moeder: "Heb je hem uitgelaten?"
Willem: "Nee."
Moeder: "Heb je hem eten gegeten?"
Willem: "Nee."
Moeder: "Wat heb je dan wel gedaan?"
Willem: "Aan hem gedacht."