De heer Dijkstra gaat regelmatig voor zaken naar Parijs. Op een keer vraagt zijn vrouw of ze mee mag. Dijkstra vindt
het maar niks, maar na lang aandringen mag ze mee. Eenmaal in Parijs vraagt mevrouw Dijkstra aan haar man of ze nog
uitgaan; Parijs heeft immers zo'n beroemd nachtleven. Maar Dijkstra antwoordt dat hij moe is en bovendien nooit
uitgaat. Vrouwen krijgen echter altijd hun zin, dus ze belanden toch in een nachtclub. Ze bestellen een drankje en
kijken naar een striptease-danseres, die alleen nog maar een slipje aan heeft. De presentator komt naar voren en zegt
in de microfoon: "Wie trekt het laatste kledingstuk uit?"
Waarop de hele zaak begint te roepen: "Dijkstra, Dijkstra, Dijkstra!"
Woedend sleept mevrouw Dijksta haar man naar buiten en houdt een taxi aan. Achter in de taxi valt ze vreselijk naar
hem uit en scheldt ze hem uit voor alles wat lelijk is. Op een gegeven moment draait de taxichauffeur zich om en
zegt: "Hé, Dijkstra, als die hoer te lastig wordt, smijt je haar maar de auto uit!"