Een vrouw ging biechten bij de pastoor. Op een gegeven moment zei ze: "Ik heb overspel gepleegd."
"Oei", zei de pastoor, "maar kun je de volgende keer zeggen dat je van het bruggetje afgevallen bent? Dat klinkt beter."
En dat ging zo door, iedere keer als iemand in het dorp overspel had
gepleegd, zeiden ze bij de pastoor dat ze van het bruggetje waren gevallen.
Op een gegeven moment kreeg het dorpje een andere pastoor. Die snapte
er dus niets van, want iedere vrouw zei steeds dat ze van het bruggetje
was gevallen. Toen de pastoor een keer op een zondagmiddag door het
dorp liep kwam hij de burgemeester tegen en zei: "Burgemeester, je
moet toch eens wat aan dat bruggetje doen."
"Hoezo?", vroeg de burgemeester.
Pastoor: "Nou, uw vrouw is er ook al twee keer van af gevallen hoor!"